Ode aan domheid

Laat me kransen rond je voetstuk winden
van immortelles en maagdenpalm!
Nooit zal de almacht van je troon vervagen,
en om de scepter uit je hand te wringen
is een hete maar zinloze poging.

Je knippert niet zoals Themis door het verband,
je maakt geen onderscheid tussen links en rechts;
de miljonair en het Proletenkinde
Doe je luiers in je luiers
ongeacht persoon of geslacht.

Wat geweldig van u als ossen en kamelen
omringd, waar je in liefde hangt,
Politici en Duitse generaals,
die vooral je gunst aanbevelen,
geef de volle zon aan je genade!

Wees gegroet, jij met gezegende handen
uitbundig, ten gunste van;
volgens de Bijbel zal hij ooit in de hemel landen,
op aarde zijn de grootste dividenden
(Aardappelen, zoals we eerder zeiden) wees!

Het is je nooit gelukt om jezelf te verdedigen
je schild is beschermd tegen schokken en stoten.
En kan deze wereld je sparen?
Oh laat me je aanbidden in toewijding,
want de uwe is koninkrijk en macht en glorie!

1926, 18 Tyll