- Yg. 1927, nr. 9 -
De vader (neemt de krant in zijn hand): “Deze Saukorps, de Polackes, een brutale bende, wel, ze zullen af en toe verlicht worden, oh, Pestalozzi, ze hebben nu genoeg gevierd, ik weet het niet, dat is gewoon een mode nu, voordat je niets van hem wist en we toch door school kwamen, mijn God, ik wil gewoon ... wat je laatst altijd hebt met de Reichswehr - serieus, heb je het niet gezien? - Het paard van kapitein Köster werd verlegen toen ze daar beneden langskwamen, het zag er gevaarlijk uit, zeg ik je, maar hij had het in zijn hand, ha, het is toch iets moois, maar nu zeg ik niets meer heb ik het je niet meteen verteld? de man kreeg de baan, natuurlijk krijgt hij daar meer salaris, maar ik dacht meteen hoe hij hier kwam, hij zal niet lang blijven, dacht ik, het is een slimme man, een teef, degene met de grootste mond kom het verst met ons mee, en een van ons ... "
De zoon: "Nu je klaar bent met de krant, ik wil gewoon even kijken naar de sport, er lijkt niets aan de hand te zijn vandaag, maar je moet meedoen aan de aandelenmarkt, vader, als je iets was, in verzending of kleuren, ja, natuurlijk, ik weet al, eerder, ja eerder, je was anders, is er vandaag geen tijdschrift? Ja, het is pas donderdag, de communisten maakten weer lawaai in de Reichstag, beledigden Hindenburg, het is maar goed dat de communisten er nog zijn, anders zou het helemaal saai zijn in de chatroom, oh moeder, trek je niet op, ik word geen communist voor een lange tijd, je moet er vatbaar voor zijn, en dat ben ik niet, zeker niet vanuit het standpunt van mijn vader ... "
De moeder: "Stop met je geklets en geef me nu de krant, ik moet naar de Tietz-advertentie kijken, wie stierf? Het komt niemand bekend voor, "de kantonnale troepen buiten Shanghai", waarom je daar geen orde kunt scheppen, in China, in het verleden kon je het ook doen, de Duitsers, maar het hele beleid wordt walgelijk, eh. "
De dochter: “Maar het Waldorf-Astoria adverteert nu anders met zijn kolonel, ik vind het niet eens leuk, wat gebeurt er in de bioscoop? 'De meisjeshandelaars' ..., met hulp van de Amerikaanse politie ... ', oh mijn god, de bioscoop is nu ook saai, maar luister nu eens:' Een jong meisje in Z. had zes maanden een onwettig kind, maar niemand wilde bekennen aan het vaderschap, en ze kon niemand met zekerheid een vader noemen. Maar toen vorige week het nieuws kwam dat ze 10.000 dollar had geërfd van een overleden tante in Amerika, antwoordden vier jonge mensen onmiddellijk met de bewering de vader van het kind te zijn. ' Au cheek! ”De vader:“ Waar, waar is dat? Ik heb de krant zo goed gelezen, maar ik heb hem nu niet gezien. ”De moeder:“ Kijk, zo lees je de krant, je vindt nooit het belangrijkste. ”De zoon:“ Oh nooit! Je kunt niet altijd alles zien. Maar het is geweldig, gewoon geweldig! "
En nu zie ik je voor me lachen en denken: dat is precies hoe de Webers daar de krant lezen. Hm, ja, kan zijn; maar eigenlijk bedoelde ik jou, beste lezer.
1927, 9 Hans Lutz