Geloof niet in de duizeligheid

- Yg. 1928, nr. 2 -

Als ik heel rijk zou zijn, zou ik een grap maken ter gelegenheid van de verkiezing van dit jaar. Ik zou een poster afdrukken in een oplage van honderd miljoen exemplaren, rood geschreven op een witte achtergrond: "Geloof de duizeligheid niet!" Deze poster zou vier weken voor de verkiezingszondag en elke week aan elke posterzuil, elk hek en elke staldeur moeten kleven. 's nachts te vernieuwen van zaterdag tot zondag.

Vindt u de tekst te onduidelijk? Ik zou liever zeggen: "Geloof de Duitse nationale duizeligheid niet!"? Mijn beste, als dat zo is, zou iedereen denken dat het een sociaal-democratische poster was, en dan, met de bedoeling van de dag, zou mijn verzoek niet half zo effectief zijn. Waarom zouden mensen niet een beetje nadenken over welke duizeligheid ze niet zouden moeten geloven? En laten we er zeker van zijn: negentig procent van de totale fraude die tijdens de verkiezingsperiode op Duitsland zal worden uitgestort, is Duitse nationale fraude. Heel eenvoudig blijkt dit uit het feit dat vier vijfde van de hele Duitse pers, en bijna het hele machtige apparaat van cinema en radio, worden bestuurd door Hugenberg en zijn volk. Je kunt je zelfs niet voorstellen hoe groot de politieke onwetendheid van ons volk is, dankzij het dagelijkse duistere werk van die machten. We hebben geen idee, u hebt vooral 'intellectuelen', zoals het in de hoofden van miljoenen van onze Duitse medeburgers lijkt. Hoeveel mensen denk je dat er in Duitsland zijn, die nog steeds in Satan geloven? Wat? Wel, zie je, gisteren sprak ik met een van hen. Waar? Midden in de grote stad, tussen auto's, elektrische lampen en luidsprekers.

Een van de beste voorbeelden van de onoverwinnelijkheid van een langlopende, systematische, verfijnde propaganda die helemaal niets met de waarheid te maken heeft, is fraude met leugens. Geen van de duizenden in Duitsland zal waarschijnlijk een goed beeld krijgen van de manier waarop de oorlog tot stand is gekomen. Geen tiende procent van dit arme volk weet hoeveel schuld bij het uitbreken van die man in Holland en zijn Schranzen (Paladijnen zijn gezegd na zeventig, zoals iemand had gezegevierd) over het geweten. Als de waarheid over de oorlog bekend zou zijn, zelfs in de breedste bewoordingen, dan zou de Duitse nationale partij een kleine coterie zijn waar niemand zich zorgen over hoeft te maken.

Ze begrijpen hoe sterk het belang van die cirkels moet zijn om de feiten van 1914, inclusief 1917 en 1918, te verdoezelen. Het heeft deze puur binnenlandse aangelegenheid tot een buitenlands beleid gemaakt en doet alsof Duitsland zich niet hoeft in te spannen voor de verloren oorlog, als de wereld eindelijk zou beseffen dat het, dat wil zeggen de toenmalige heersers, die vandaag regeren, onschuldig zijn aan de uitbraak was geweest. Het buitenland weet nogal wat, overdrijft natuurlijk een beetje in zijn voordeel; maar wij in Duitsland hebben geen idee.

Warrior weduwen, in de steek gelaten oude ouders, verlamde oorlog, verarmde gepensioneerden, denk maar aan, kies de Duitse nationaliteit, kies de mensen aan wie ze hun ongeluk te danken hebben, de vernietiging van hun geluk! Degenen die graag hun Wilhelm morgen graag thuis zouden brengen, zodat hij na de kleine pauze als een "Peace Emperor" kon blijven verheerlijken!

Je wilt vaak wanhopen als je erover nadenkt. Leugens hebben korte benen? Ik heb je vandaag zeven-laarslaarzen op. Ja, als je geld hebt, geld zoals Hugenberg!

1928, 2 Kazenwadel